Eigenlijk is er maar één manier waarop ik door alle verlangens, pijn en verdriet ben gekomen in de jaren dat ik worstelde met het verlangen naar een andere man dan mijn eigen vriend. Ik hield (hou) van mijn geliefde, maar toch gingen jarenlang, iedere dag mijn gedachten uit naar iemand die ik ooit ontmoet had en waarmee ik een bijzondere tijd ervaren had, maar die in mijn geval niet meer in mijn leven kon zijn. (Ik noem dit: ‘Ziek van verlangen-zijn’.)

Iedere minuut van de dag was vervuld met het denken aan de ander en aan fantasieën over wat misschien nog mogelijk was.

In repeterende gedachten probeerde ik antwoorden te vinden in de herinnering van het samen-zijn met de ander, op vragen die ik niet in die momenten, maar pas later ontwikkelde. Was de liefde echt? Was het echt zo bijzonder als wat ik me kan herinneren? Had ik toen al kunnen voorzien wat nu zou gebeuren? Hoe krijg ik, wat ik daar ervoer, terug? Of, een hele vervelende: wat had ik toen anders kunnen doen?

Ik kon mijn gedachten niet negeren of veranderen, leek het. Ik zat vast.

Alsof er een knop was ingedrukt van een lopende band die dag en nacht bleef draaien waarop duizenden gedachten en beelden voorbij rolden. Sporadisch kwam er een nieuwe gedachte voorbij, maar voor het grootste deel waren het herhalingen en variaties op oude gedachten.

Er was een grote zoektocht naar de waarheid in mij gaande, maar wat ik ook dacht of verzon, ik leek er niet te komen.

Ik vond mezelf knettergek en ik schaamde me diep voor mijn verlangens. In stilte onderging ik hen, zonder dat mijn vriend er iets van wist. Ik stond ‘s ochtends op, kuste hem en we begonnen onze dag zoals alle andere dagen, en eindigden deze zoals alle andere dagen, maar in mij woedde een storm. Hoe graag ik ook wilde dat dit stopte, ik kon niet anders.

Het leek alsof wat er gebeurde, buiten mijn eigen kunnen lag. Het was groter dan ik.

Nu ik in mijn praktijk inmiddels zes jaar lang vele andere mannen en vrouwen heb gesproken over het ziek-van-verlangen-zijn, zie ik dat meer mensen hiermee worstelen en dat het hebben van deze vele, chaotische gedachten een belangrijk onderdeel van een crisisproces is. Eenieder die wordt uitgenodigd om dieper in zichzelf te gaan, zal deze fase doormaken. Of het nu over crisissen in de liefde gaat of ander soort levensveranderende gebeurtenissen, zoals de dood of het einde van een baan waar je gek op was, een periode van chaotisch denken hoort nu eenmaal bij het psychologische pakket van een zielsrelevante transformatie ondergaan.

Maar goed, dat wist ik toen nog niet.

Toen bevond zich alleen maar in het centrum van mijn lichaam een hartverscheurende mix van verlangen en van pijn. Niemand mocht dit te weten komen over mij.

Jarenlang heb ik getwijfeld aan mijn geestelijke gezondheid. 

Tenminste…

Dat deed een deel van mij.

Er was ook een stem in mij die intuïtief wist dat hoe ik dacht en wat ik voelde, niet vreemd was, maar dat ik slechts mijn gedrag in ‘een onjuiste context’ plaatste. Ik wist nog niet wat die juiste context moest zijn, maar ik zag wel dat wat ik nu deed, me niet verder hielp.

In plaats van de context waarin ik mezelf afwees voor wat ik voelde en wat ik dacht of deed (zoals eindeloos berichtjes en mailtjes herlezen), plaatste ik het in de context van ‘acceptatie’.

Ik zag dat ik de oordelen over mezelf mocht laten vallen.

Ik mocht stoppen een soort van innerlijke rechter te spelen die zichzelf strafte met ‘levenslang’ in de gevangenis van het leven.

Ik mocht stoppen met mezelf ‘een slecht en gek mens’ te vinden.

Of, zoals mijn moeder het zou zeggen (ongeveer): “Asjeblieft zeg, doe niet langer alsof je God bent. Schop jezelf van Haar troon af! Je bent mens! Weet jij veel wat goed of fout is, je bent gewoon.” (Dankje, mam.)

Voor iemand die van denken en analyseren houdt, was het voor mij niet makkelijk dit te doen. Het denken is ook een heus obstakel waar we aan voorbij mogen gaan in dit proces. Het denken houdt hardnekkig iets vast en werkt hard om te begrijpen, tot dat wat pijn doet verdwenen is. Maar dat is niet altijd de weg.

Ik zag dat ik mijn grip op dit zogenaamde ‘probleem’ in mijn leven mocht verslappen.

Dat deed ik als volgt, ik gaf mezelf nieuwe gedachten:

Ik zei tegen mezelf:

“Wat ik voel en denk is heel normaal, er is een hele goede reden waarom ik nu zo ben.
Ik ben niet gek.
Wat er door me heen gaat, kan ik nu niet begrijpen. Sterker nog: geen enkele gedachte die ik nu heb, zal overeenkomen met de werkelijke waarheid van mijn situatie.”

Door deze gedachte aan te nemen, veranderde er (heel langzaam!) iets in mij.

Ik voelde lucht. Ik kon weer ademen. En ik weet uit dit zelfontwikkelingswerk dat ik al vanaf mijn 15de doe, dat wanneer we van binnen ons ruim, licht en liefdevol voelen bij iets wat we lezen, horen of denken, we een korreltje van de waarheid te pakken hebben.

Ook zei ik dagelijks tegen mezelf:

Ik sta mezelf toe oncontroleerbaar gedrag te vertonen en het allemaal niet te weten. Hoe ik nu ben, zal ik niet voor altijd zijn. Ik zal op een dag antwoorden krijgen.”

In deze periode waarin ik anders leerde denken over mezelf, handelde ik naar niets. Ik verbrak niet mijn relatie. Ik zocht geen contact op met de persoon waar ik naar verlangde. (Oke, eerlijk: dit laatste weet ik niet meer zeker.) Ik was enkel stil in mezelf en liet ik alle golven van verlangen en pijn door me heen komen. Ik liet mezelf ‘gek’ zijn. Ik liet zelfs de oordelen die ik over mezelf had komen, maar ze deden minder met me dan voorheen. Ik liet mezelf een ruimte zijn voor wat er maar door me heen wilde komen. Ik liet het leven door me heen komen. Zonder verzet. Zonder willen-dat-het-anders-is.

“Dit is mijn leven nu. En niet anders.”

Intuïtief wist ik dat dit de enige manier vooruit was. En dat was het. Het was het officiële begin van alle antwoorden die ik later nog kreeg.

Met zelfliefde, met vertrouwen in hoe ‘afwijkend’ we in het ziek van verlangenproces kunnen zijn (hoe akelig het ook is) én een houding die zegt: “Ik weet het niet! Ik ben moe van het bedenken, laat de antwoorden maar naar mij komen!”, heb ik keer op keer bij mezelf en anderen gemerkt dat we een positieve verandering kunnen brengen in ons proces.

Is het makkelijk?

Nee joh, maar in mijn ervaring moet ik lang genoeg in een shit situatie zitten om uiteindelijk zo spuugzat van mezelf te worden dat ik wel iets anders proberen moét. 😉

Herkenbaar?

WEBINAR ~ SAVE THE DATE

De meeste stemmen op de poll van Entering vorige week gingen uit naar het onderwerp De schaduwzijde van verlangen. Op een poll op Instagram wilde men liever een antwoord op: Hoe overleef ik Ziek van verlangen-zijn?

De oplossing? Ik zal beide onderwerpen samenvoegen tot één helpend, inspirerend verhaal!

IN JE AGENDA

Het duurt nog even, maar…

Zorg ervoor dat je kinderen (als je die hebt) op vrijdagavond 11 november om 20:15 hun tanden hebben gepoetst en in dromenland zijn, en dat je kop thee met wat lekkers klaar staat, want dan ben jij van harte uitgenodigd bij dit gratis webinar.

Komt er nog een tweede datum? Ja. Maar voor nu heb ik even alleen zicht op deze avond. Blijf op de hoogte door je in te schrijven op Entering, mijn mailing waarin ik wekelijks nieuwe blogs plaats over Ziek van verlangen-zijn en meer. Dat kan hier. 

 

Liefs,
Anne

Zelfstandig aan de slag met Ziek van verlangen-zijn?
Kijk dan eens hier voor het Ziek van verlangen zelfstudiepakket. 

Of wil je liever samen met mij inzichten opdoen over jouw situatie?
Op deze pagina zie je de mogelijkheden.