Eigenlijk ging ik alleen maar even een Praktiseer je eigen wijsheid spel afgeven aan de andere kant van het dorp. Het was al het einde van de dag, de schemer vulde alles wat eerst licht was en de auto’s raasden aan me voorbij met mensen die verlangden spoedig thuis te zijn.

Ik had een hele dag vol mails, telefoongesprekken en gedoetjes erop zitten en ik kon nog zo wel een paar dingen doen als ik ‘straks weer thuis zou zijn’. De nieuwe eigenaar van het spel woonde 10 minuten verder, dus over 20 minuten ben ik weer thuis, rekende ik snel uit.

 

Maar eenmaal Buiten, viel ik toch weer voor haar gebruikelijke charme. De koude herfstlucht, de zoete geur van rottende bladeren… De spreuk die ze altijd op me uitspreekt, en iedere keer werkt: niets van wat ik eerder dacht dat belangrijk was, is werkelijk belangrijk. Die spreuk werkt meestal niet direct. Het gebeurt langzaam, het is amper waar te nemen zelfs, maar op een bepaald moment is er niet meer omheen te gaan.

 

Mijn hart springt zodra ik buiten ben en het lijkt alsof het onschuldig zegt: “Oh, buiten! Mag ik buiten spelen? Leuk!” Dus nadat ik het spel had afgeleverd, nam ik een andere route terug naar huis door straten waar ik nog nooit was eerder geweest. Kinderen fietsen voorbij op weg naar het avondeten (zonder licht, foei), de hond werd nog even uitgelaten, een oude man met een sigaar was in zijn tuin bezig, ik zag interieur in huizen dat ik ook wel zou willen hebben, ik zag interieur in huis dat ik absoluut nooit, te nimmer zou willen hebben.

 

Bijna thuis. Maar ineens sprak daar mijn hart weer, of wat het ook maar is dat op momenten zo zachtjes en lieflijk door me heen kan spreken: “Mag ik nog iets langer buiten blijven?” Maar natuurlijk, dacht ik terug als een liefdevolle moeder en ik nam nog een extra omweg naar huis. Langs de schapen en de koeien. Ik had niet de juiste schoenen aan, maar op de plek waar ik normaal gesproken het weiland in duik, hoorde ik wéér dat stemmetje: “Mag ik het weiland in?”
Maar hela, dacht ik, het is al donker. Verkrachters- en vermoordtijd. Ik kán niet het absolute donker in. En mijn schoenen dan? Maar mijn nette schoentjes liepen al het weiland in, door de modder, en ik voelde hoe ik soms wegzakte door molshopen die ik niet zag door het donker. In mijn gedachten zag ik hoe ik mijn schoenen later flink zou moeten gaan schoonmaken, maar de ondeugd en het plezier hadden allang het roer overgenomen.

 

Ik ga nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet!

 

Al wat sterren blonken aan de hemel, vanuit het niets trokken er eenden over me heen waar ik van schrok: een schrikken vermengd met blijdschap. Er was weer niemand om me heen, zoals ik zo goed van deze plek ken. Dus ook geen verkrachters die me willen besluipen, me vastgrijpen en me verdoven met zo’n doekje.

Ik dacht aan wat een klasgenoot op de kunstacademie ooit tegen me zei. Hij liet me zijn prachtige foto’s in de nacht zien die hij had gemaakt in het bos waar hij al zijn hele leven kwam. “Ben je niet bang?” Had ik aan hem gevraagd. Hij keek me vragend aan. “Om daar helemaal alleen te zijn, bedoel ik.”
“Nee, dit bos ken ik op mijn duimpje. Ik ben totaal niet bang.” Ik had me daar ooit nog zo over verwonderd en hem altijd verweten dat hij een man was en dat hij dan ook minder te vrezen heeft dan een jonge vrouw. Maar vanavond dacht ik weer aan hem en aan mijn eigen vader die op de vrijdagavond ook in het donker het bos intrekt. Ik ben hier niet alleen. Ik ben hier met Mij. Hier ben ik op mijn sterkst. Hier ga ik niet meer mee met sbs-6 bullshit gedachten, hier tem ik mijn irreële angsten en blijft alleen de Waarheid over.

 

Ondertussen luisterde ik al voor een tweede keer een aflevering op mijn favoriete podcast Onbeing waar de welbespraakte interviewster Krista Tippett deze keer met schrijver Robert MacFarlane sprak. Een Britse schrijver die bekend staat om zijn boeken over landschappen, de Natuur, mens-zijn en taal. De fijngevoeligheid voor wat het betekent om in leven te zijn op deze prachtige aardbol, sprak door ieder woord en ik voelde me sinds een lange tijd thuiskomen.

 

Kindjes fietsten naar huis zonder licht, auto’s met ouders en ander volwassen spul racen om op tijd thuis te zijn, maar ik moest een omweg nemen om weer werkelijk thuis te komen.

 

Het trof me diep in mijn hart. Ik huilde van geluk. Een diep verlangen brulde vanuit mijn borstkas: meer van dit, meer, meer meer. Meer natuur, meer buiten, meer Robert MacFarlane’s. Dit is het enige dat er toe doet in mijn leven. O, mag ik meer van dit? Asjeblieft? Een oprecht bidden ontstond waarin ik wenste dat mijn verlangen ooit een gegronde bestemming zal vinden.

 

Het zijn diepe gevoelens die ik al eens eerder tegenkwam bij het lezen van het werk van Mary Oliver, John o Donohue, Joanna Macy en het spreken van David Whyte. (Allemaal ooit ook geïnterviewd op Onbeing podcast!) Dus dit gevoel was niet geheel onbekend. Het was mijn meest ware zelf dat weer van haar liet horen.

 

Ik keek op mijn telefoon om te zien hoe laat het was. Bad, bad, bad idea: de tijd werd overschaduwd door een mailtje dat ik liever niet had willen lezen. Het mailtje trok me in één ruk uit mijn heerlijke thuisgevoel en ik begon me als vanouds weer zorgen te maken. Zo was ik in contact met mijn ware zelf, zo trekt gmail me weer terug in de drama.

Eenmaal thuis, begon ik met koken en echoode het zielsverlangen nog na, maar ook de treurnis omdat ik niet wist hoe ik het vorm moest geven. En dat mailtje. Dat stomme, stomme kut mailtje. Wat ging ik daarmee doen?

 

Na het eten schreef ik het volgende in mijn dagboek: “Er is niets meer waar dan dit. Dit, wat ik hier nu voel. Alles wat ik dácht dat waar was, wordt ineens duidelijk en valt vanzelf weg. Wat ik voel bij deze schrijvers is mijn weg. Ik ben over niets zekerder in mijn leven dan dit.”

Ik scrollde naar boeken van MacFarlane op bol.com en zag een paar goedkope boeken staan. Maar, zoals altijd, vond ik van mezelf dat het weggegooid geld zou zijn. “Schatje,” riep ik naar mijn vriend die op de bank lag en ook op zijn telefoon scrollde, “mag ik van jou 2 boeken kopen?” (We spelen dit mag-ik-van-jou-een-boek-of-een-noise-cancelling-koptelefoon-of-iets-anders-duurs-kopen-spel vaker.)
Zonder op te kijken zei hij: “Ja, doe toch lekker.” Ik begon te lachen en keek nog een keer naar mijn dagboek en was vol ongeloof.

Tot in de puntjes van mijn tenen voelde ik een Ja naar deze weg, en toch ging ik me druk maken om het alledaagse drama van geld?
Waar de fuck ben ik mee bezig?

Ik zette vol zelfvertrouwen de twee boeken in mijn winkelwagentje en klikte op betalen.

Geld bepaalt niet wat ik wel of niet kan, dat bepaal Ik altijd zelf nog. Ik hou teveel van mezelf om me ook nog maar één dag langer op te houden aan het waanbeeld dat ik bang moet zijn voor de cijfers op mijn bankrekening. Ik hou teveel van mezelf om de meest Ware Weg niet, niet(!) serieus te nemen. Dit is mijn leven. Dit is mijn Ware Weg. Ik ben niet bang als vrouw in het donker. Ik vertik het om als jonge onderneemster bang te zijn voor geld.

Ik ben een absolute devoot van het contact met mijn ware zelf en van mijn zoektocht naar de waarheid in het leven. Ik moét Mij volgen. Ik moét alles wat Puur en Echt is, bloedserieus nemen. Ik kan het voor me uitschuiven, de waarheid van een ander of gekke ideeën over geld aanbidden, maar ik ben te wijs voor dat. Daarvoor ben ik hier niet op aarde gekomen. Als ik dat allemaal wel zou doen, vreet het ongeluk mijn hart en ziel weg. Misschien klinken dit als grote woorden voor jou aan, maar als je net als ik op een dag besluit dat je eigen geluk en het contact met Jezelf voorop staat, dan weet je precies waar ik het over heb.

 

Ik keek op bol.com naar een inkijk exemplaar van het boek Wild Places van Robert Mac Farlane en ik zie het volgende citaat. Een stroom van dankbaarheid en waarheid trekt nogmaals door mijn lijf en ik weet: ik heb het juiste besluit gemaakt. Yes, bitches.

 

“Ik ging alleen even een ommetje maken, maar besloot
uiteindelijk tot zonsondergang buiten te blijven, want naar
buiten gaan, zo ontdekte ik, was in feite naar binnen gaan.”
– John Muir

 

Verliefd op een collega

Verliefd op een collega

Van alle mensen die vanaf 2016 in mijn praktijk komen, komt ongeveer 60% met een belangrijke vraag over het verlangen naar een dierbare collega. In mijn nieuwste podcastaflevering vertel ik over wat ik leerde over het diepere verhaal achter het verlangen naar iemand...

Omgaan met paniek

Omgaan met paniek

Ze praat snel. Ik hoor de paniek in haar stem via de speaker van mijn telefoon die op luidspreker staat. Met mijn ogen gesloten leun ik achterover in mijn stoel terwijl ik naar haar spraakwaterval luister. Ik ben opgehouden dingen te noteren in mijn notitieboekje....

De grootsheid in jou

De grootsheid in jou

Hoezeer we ook met onszelf in de knoop kunnen zitten Hoe lelijk we naar onszelf kunnen praten  Hoezeer we de hoop op een goede toekomst ook opgegeven kunnen hebben en totaal geen perspectief meer zien Hoe donker het innerlijk nu kan zijn op momenten Hoe fel het...

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

artwork van Brian Kershisnik Met hangende schouders staar ik naar het door mij eerder volgekladde papiertje met alle dingen die ik van mezelf nog moet doen. Ik heb nog twee weken, denk ik bij mezelf, voordat de coachingspraktijk weer opengaat. Voor die tijd moet het...

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Met een zwaar gemoed slenter ik door de stad. Ik had het voornemen om in de bibliotheek door tijdschriften te bladeren waarin ik zou kunnen staan met het werk dat ik doe. Ik weet niet of je ooit die advertentie gezien hebt voor de cursus: ‘How to be a magazine...

Gaan voor wat ik wil

Gaan voor wat ik wil

Iedere dag kijk ik ongeduldig uit mijn raam of mijn tulpen al groeien. En nee, dat is geen codetaal voor iets schunnigs. Ik plantte daadwerkelijk een paar bollen vorige herfst, langs het pad waar mijn coachees naar de voordeur wandelen. Ik stelde een koninklijk entree...

Jezelf dragen

Jezelf dragen

Waarom het zo eng is weet ik niet. Maar ik doe er soms uren, en laten we eerlijk zijn: ik doe er soms dagen over voordat ik ga zitten, mijn lichtblauwe moleskine dagboek met vlekken erbij pak en ga schrijven.   Ik begin altijd hetzelfde: ik schrijf de datum op, zet...