Met een zwaar gemoed slenter ik door de stad. Ik had het voornemen om in de bibliotheek door tijdschriften te bladeren waarin ik zou kunnen staan met het werk dat ik doe. Ik weet niet of je ooit die advertentie gezien hebt voor de cursus: ‘How to be a magazine writer?’, met een lieve, Scandinavische vrouw die tussen de palmbomen staat als een echte ‘digital nomad’? Nou, die cursus kocht ik ooit voor heel wat centen, maar het lukte me niet om het in één jaar af te ronden waardoor ik de toegang tot de cursus verloor. (Daarom zijn al mijn cursussen, eenmaal aangeschaft, zolang de cursus op de website staat – en dat is heel, heel lang – toegankelijk. Ik wil niemand dat rot gevoel geven dat ik toen kreeg.) Met de kennis van de eerste hoofdstukken van die cursus noteer ik ijverig aan een grote tafel in de bibliotheek in mijn notitieboekje de taal van het tijdschrift, de doelgroepen en de secties waar ruimte zou zijn voor een interview. Ondertussen staat mijn gezicht op neutraal. Stoer probeer ik mijn angst om deze nieuwe stap te zetten te onderdrukken. Bijna hardop fluisterend herhaal ik in mezelf: “Alleen dit stapje, Anne. Vandaag doe je alleen dit stapje. This is the next right thing.

Nou goed, ik kijk, ik zie, een uur gaat voorbij en de moed zinkt langzaam in mijn schoenen. Er blijven van alle tijdschriften maar twee bladen over waarvan ik denk dat daar het Ziek van verlangen verhaal tot zijn recht zal komen. Ik had het van te voren wel kunnen voorspellen, maar ik was het even vergeten: teleurstelling, overprikkeld zijn door alle input (en sowieso in een openbare ruimte zitten) en vermoeidheid blijken de ideale ingrediënten zijn voor de pittige saus die Grootse Gevoelens van Onwaardigheid en Imposter Syndrome heet. Ik ben niet meer stoer. Ik ben bang en denk min over mezelf.  Ik besluit de bibliotheek uit te lopen en na een boterhammetje in het park gegeten te hebben, naar een documentaire over vulkanen te gaan. Ik hoop mijn gedachten te kunnen verzetten. Miranda July doet immers de voice-over, dat kan niet misgaan. In de bioscoopzaal krijg ik echter amper iets van de film mee. Alle indrukken van daarvoor waren blijkbaar zo overweldigend dat ik vecht tegen de slaap die sterker is dan mijn wil om wakker te blijven. Knikkebollend zit ik in mijn bioscoopstoel, waarbij ik me stilletjes afvraag of de man achter me denkt dat ik misschien een tic heb omdat mijn hoofd om de zoveel minuten met een ruk van voren naar achteren vliegt. Bij een zoveelste knal van een vulkaanuitbarsting, word ik luid naar adem happend wakker. Ik heb het niet onder controle. Steeds weer zak ik weg terwijl de vulkanen op het scherm blijven ontwaken.

Als ik uit de bioscoop loop, zoek ik naar iets om mijn veel te hete, emotionele zwaarte te blussen en grijp naar mijn telefoon om mijn geliefde te bellen. Na een paar keer overgaan neemt hij op.

“Ja..?” Ik vertel mompelend wat er aan de hand is. Ik zoek troost, lieve ondersteunende woorden, onvoorwáárdelijke liefde, maar wat ik krijg is een afwezige: “Oké…”

“Zit je achter de laptop?” Vraag ik geïrriteerd. “Ja, ik moet nog even iets afmaken…” Hij praat alsof hij reageert op een praatje over het weer, boodschappen of de techniek van een auto, maar absoluut niet op mijn gevoel. Ik wil naar hem roepen: “Neem die kut telefoon dan ook niet op als je niet met aandacht erbij kan zijn!” Maar ik hou het kort en zeg dat ik weer ophang. Hij vraagt nog hoe de film was. “De film hielp niet om weer rustig te worden. Ik ben niet echt dichter bij mezelf gekomen. Ik hang op nu.”

Op weg naar huis ben ik boos. Heel erg boos. Alle verhitte gedachten die zich eerder vernietigend tegen mezelf keerden, hebben nu een nieuw doelwit gekregen: mijn vriend. Ik denk aan alles waar ik behoefte aan heb, maar waar hij keer op keer niet aan voldoet. Zoals dat ik nog steeds degene ben die het meeste schoonmaakt in huis en hoe verdomde moeilijk het is om een zogenaamde ‘equal labour in the house’ te realiseren. Of dat hij zoveel in zijn werk opgezogen kan worden dat hij niet alleen het huis, maar ook mij negeert. Als ik thuiskom is mijn partner nergens in huis te vinden, dus ik zak eerst vermoeid op de bank en merk dat mijn lichaam me bedankt dat ik eindelijk eventjes niks van haar vraag en dat ze mag rusten. Ik lees een paar bladzijden van een van Samantha Irby’s boeken en lig grinnikend om haar woorden op de bank. Even hoop ik dat de boosheid en het neerslachtige gevoel weg zijn. Na een tijdje voel ik dat ik op kan staan en kan koken. Met man en macht probeer ik met bij elkaar geschraapte restjes fysieke energie een heerlijk maal te bereiden voor mijn geliefde en ik. Terwijl ik de groenten snijd, guacamole maak en tortillachips in de oven doe met kaas, ben ik onderwijl mijn terugkomende boze gedachten in stukjes het snijden en aan het bereiden tot een verteerbaar geheel. Mijn doel is me weer rustig te voelen voordat hij thuis komt. Dan zwaait de achterdeur open. Hij is te vroeg thuis!, denk ik paniekerig. Ik ben nog niet helder in mijn hoofd! Dit is gevaarlijk! Ik probeer mezelf af te leiden door al mijn aandacht naar het koken te brengen en te dromen van hoe we straks rustig aan tafel zitten te genieten van het eten. Ik probeer iets aardigs tegen mijn geliefde te zeggen, maar de borrelende, hete lava van mijn boosheid smelt de zoete woorden in mijn mond en legt as op mijn tong. Dan zegt mijn vriend iets wat de stilletjes wakker wordende vulkaan in mij nu compleet laat uitbarsten. Geïrriteerd zegt mijn vriend, met een lelijk makend gezicht dat ik alleen maar ken uit zijn familie: “Waarom doe je zo boos?!”

Eerder deze middag, toen ik wél wakker was, leerde ik dat er twee soorten vulkanen bestaan: een rode en een grijze. De rode vulkaan is gevaarlijk, maar niet súper gevaarlijk. Je zou met de juiste bescherming naast een rivier van kokend hete lava kunnen staan en er zou niets spannends met je gebeuren. Of, zoals de Franse vulkanoloog in de film zei: “Het is niet veel anders dan de weg oversteken in België.” (Waarom hij specifiek België zei, weet ik ook niet.)

En er zijn grijze vulkanen. Dit zijn vulkanen die met een atoomkracht (!) kunnen ontploffen en op een totaal niet te voorspellen wijze al het leven, tot kilometers in de verte, in een paar seconden kunnen doen verdwijnen. Help. Heuse monsters zijn het.

Ik doe hard mijn best een rode vulkaan te blijven en niet te veranderen in een grijze. Het lukt me zowaar. Ik begin te spuwen, maar ik zeg niet álles wat ik het liefste wél zou willen zeggen. Omdat ik van mezelf weet dat ik eigenlijk alleen maar liefde en aandacht wil van mijn vriend en bang ben dat als ik echt ga spuwen, hem van me wegdrijf. Door die vulkaan die ik nu ben, drijf ik hem iets van me weg. Maar niet kilometers ver weg. Hij loopt de kamer uit en roept van een (veilig) afstandje naar me dat hij helemaal klaar met me is. Kinderachtig ‘prutter’ ik hetzelfde terug naar hem. We zwijgen. De tijd die verstrijkt verhard en verkoeld ietwat de stromende rivier van lava in de ruimte zodat we er nu over heen kunnen lopen. Nog niet met blote voeten, maar wel met bescherming. Het eten is klaar. Sterk geurend staat een chili sin carne voor ons op tafel met allerlei luxe producten. We proberen te praten en als twee volwassenen onze ervaringen van de dag te delen. We proberen het.

Ik weet niet wat er aan de hand is bij me, maar de laatste tijd is er een stem in mezelf opgestaan die steeds weer teleurgesteld is in wat anderen doen of juist niet doen. De stem vraagt meer van een ander dan wat hij of zij kan geven. Vaak is mijn partner de pineut, maar ook vriendinnen kunnen in mijn hoofd een doelwit worden. Steeds weer draait het om hetzelfde: de ander is afwezig, teveel met zijn of haar eigen dingen bezig en ziet niet hoe hard ik even de oprechte aandacht van een ander nodig heb. Mijn oma stierf twee weken geleden en in mijn ‘rouw-identiteit’ (een begrip waar we uitgebreid over schrijven in Zinvol Rouwen, het boek dat ik schreef met mijn moeder) stond flink aan. Ik hield nauwkeurig in de gaten wie er wel voor me was en wie niet. Wie stuurt me wel een kaartje? Wie niet? Waarom appt iedereen tegenwoordig en bellen mensen niet meer? Die stomme whatsapp! Maar op een ochtend ben ik mijn eigen gejammer helemaal zat en schrijf ik een brief naar mezelf vanuit de bron van liefde in mij, een oefening die ik leerde van Elizabeth Gilbert. Deze brief brengt me dichter bij mijn diepere waarheid. (In de oefening laat je eerst je angst even spreken, waarop de Liefde vervolgens mag reageren. De hoofdvraag is: How would Love respond?)

Graag deel ik een greep uit de brief met jou, als ook maar iets van wat ik hierboven geschreven heb, herkenbaar klinkt.

De stem van de liefde klinkt bij mij als volgt. En vergeef me als het soms wat warrig geschreven is, het is letterlijk uit mijn dagboek overgenomen:

“Ik hou van je, hoe je je ook voelt. Ik ben hier. Ook als je vertrouwen weg is. Ook als je bang bent. Onzeker bent. Je bent zo’n mooi, lief mens. Soms kunnen mensen de liefde even niet ontvangen of geven omdat ze met zichzelf in de knoop zitten. We zijn chaotische wezens. Er is altijd, zoveel aan de hand, bij iedereen, en daar door heen proberen we contact te maken, waarin we ook zo vaak falen. Maar liefde, ik dus, ik neem vele vormen aan. Liefde is geduldig. Liefde weet dat iemand wel weer zijn weg vindt en terugkomt naar jou. Liefde heeft ruimte voor alles.

Liefde is als een oud vrouwtje dat in de schaduw in de tuin zit, met haar lange rok opgetrokken zodat haar opgezette enkels en benen verkoeling vinden. In de tuin gebeurt er van alles: volwassen kinderen die ruziën, kleinkinderen die rondrennen en lachen, en huilen, én boos worden én weer samen lachen. Jonge stelletjes die ontdekken wat het is om van iemand te houden, maar ook angstig wachten op het moment dat de ander ‘de mist ingaat’ en een van de twee die grootse, nieuwe liefde even niet kan tonen.

Deze oude vrouw, daar zittend in de tuin, weet: it’s all part of life. ‘Ik hoef me er niet in te mengen in wat er om me heen gebeurt, ik hoef me er niet mee te bemoeien, het lost vanzelf wel weer op.’”

Dagboektekening augustus 2022, sassy old lady

 

Naast deze oude vrouw gaan zitten en het leven in én om me heen waarnemen, helpt me. Zien hoe ik faal. Zien hoe andere mensen even een misstapje maken. Erop vertrouwen dat die ene misstap niet hét teken van het einde is, maar onderdeel is van de dans van liefde en mens-zijn, van terugtrekken en toenadering. Dit is hoe ik rust vind deze weken.

Het is niet makkelijk om mens te zijn in deze tijd. Er is zoveel gaande in de wereld dat een directe impact heeft op onze persoonlijke levens. We hebben elkaar meer dan ooit nodig en dit gevoel zal op momenten zich laten zien in het ervaren van een intense eenzaamheid en verlatenheid. De angst dat niemand eigenlijk om ons geeft. Of op andere momenten een waakzaamheid waarin we het gedrag van de ander onder de loep nemen en ons telkens afvragen of de ander er wel genoeg voor ons is. Alsof we onszelf dagelijks deze vragen stellen: Kan ik op jou vertrouwen in deze tijd? Nu de wereld om mij heen in oorlog is en de problemen zich opstapelen, vraag ik me af: ben ik thuis veilig?

Ik wil je graag uitnodigen samen met mij de kunst te beoefenen van het aannemen van de rol van het oude vrouwtje van de liefde.

  • Laten we doen alsof we aan het einde van ons leven gekomen zijn en een visie van terugblikken oproepen. De wijsheid tot ons nemen waarin we zien hoe de mensheid door zoveel moeilijke tijden is gegaan in de afgelopen 100 jaar.
  • We mogen ervoor kiezen aandachtig te zijn bij anderen én bij wat we zelf voelen. Meer dan ooit mogen we een pas op de plaats nemen om er voor onze eigen gevoelens te zijn. En mogen we ons realiseren dat we hoogstwaarschijnlijk niet uniek zijn in wat we ervaren, waardoor we in dat besef een luikje naar de ander kunnen openzetten.
  • We mogen het perspectief van het nu iets meer verruimen naar het verleden en de toekomst, naar de jaren die nog komen, en weten dat die ene botte opmerking of die ene vulkaanuitbarsting bij onszelf of bij een ander, iets tijdelijks is. Dat het een kiezelsteen is in het grote geheel. Laten we net iets sneller de ander vergeven, in plaats van wrok te ontwikkelen.
  • Maar, laten we daarbij niet vergeten wat we zelf nodig hebben om de dagen en de komende, onvoorspelbare jaren door te komen. En hierin wel redelijk te blijven. (Zo heb ik een prachtig schoonmaakrooster gemaakt, al zeg ik het zelf, en heeft mijn partner vandaag aangegeven wat haalbaar is voor hem. Met tegenzin, en een ‘ik snap niet waarom dit nodig is’, maar onze nieuwe afspraken geven mij rust. Ze hangen nu mooi op de koelkast.)
  • We zullen nog wel duizenden keren de mist ingaan, bij elkaar en bij onszelf, want we zijn uiteindelijk allemaal chaotische wezens. Nogmaals: bij ons allemaal is zoveel aan de hand, altijd, en het is eigenlijk nog een wonder dat we op momenten elkaars handen vast kunnen pakken, elkaars ogen kunnen vinden en voor even rust kunnen vinden bij elkaar. Laten we door de ogen van de oude vrouw kijken en het wonder hiervan inzien. Met het vertrouwen dat als het wonder er nu niet is, het wel nog een keer gaat komen. Over een uur, morgen, of volgende week.

Terwijl ik dit allemaal schrijf, houd ik me stevig vast aan de boodschap van die diepere waarheid in mij. Alsof mijn leven ervan afhangt. In zekere zin doet het dat ook: hoe ouder ik word, hoe meer ik realiseer dat ik zonder mijn dierbaren zo’n ongelooflijk ongelukkig mormeltje ben. De theorie leren begrijpen achter de diepere waarheid heeft me geholpen om haar steeds weer te vinden wanneer ik het moeilijk heb. In mijn nieuwste online cursus vertel ik over hoe jij jouw eigen diepere waarheid kunt herkennen en als leidraad kunt nemen in je leven. Met verhalen, oefeningen en een apart hoofdstuk over ‘hoe voorbij hardnekkige twijfel te gaan’. Het is een hele fijne cursus voor ieder die zich nu in een crisis begeeft of wil weten hoe om te gaan met moeilijke tijden. Of gewoon als je ‘het leven tegenkomt’! Dit is stof die ik ook tijdens zes maanden programma’s deel. Ik zal er de komende tijd vaker over vertellen in deze mailing. Ook deze keer werk ik met een pre-order, deze gaat van start op 9 september en zal een paar dagen duren. 🙂 (Eerlijk: ik hoop dat ik deze datum haal. Als het niet lukt, zal ik je dit mailen.) Weet je nu al dat je de cursus en de pre-order wilt? Stuur me een mailtje, dan zet ik je op de lijst van de eerste mensen die toegang krijgen. Heb je vragen? Voel je vrij me te mailen.

En, ook leuk: er is een vraag ingediend voor de Q&A op Entering (het Substack account) over ‘wat mijn vriend er eigenlijk van vindt dat ik wel eens verlang naar anderen’. Een persoonlijke vraag, waar dus ook een persoonlijk, eerlijk antwoord op komt. Binnenkort online en alleen te beluisteren voor Substack betalende abonnees. Wil je ook (anoniem) jouw vraag indienen voor de Q&A van Entering? Mail dan naar [email protected]. Abonnee worden? Je wordt al jaarabonnee voor €55 per jaar. Ik heb er zin in dit jaar mooie dingen te maken met jou en voor jou (en voor mezelf).

Tekenproces sassy old lady

 

Voor wie het leuk vindt, hieronder zie je mijn tekenproces in beeld. Zoals je ziet, teken ik wel eens een te grote bloem of staan die bloemen niet waar ik wil dat ze staan. En zat ik behoorlijk te klooien met die schommelstoel haha! (En nog steeds kan het zijn dat het technisch niet correct is, want ik deed het uit mijn hoofd en had geen zin om het te controleren.) Onder de video vind je het stilstaande eindresultaat.

Zelfvergeving na een fout

Zelfvergeving na een fout

Hoe vergeef je jezelf als je iemand van wie je heel veel houdt, pijn hebt gedaan? Hoe zak je niet weg in het moeras van zelfafwijzing of zelfs zelfhaat, om wat je gedaan hebt, als je het betraande gezicht van de ander ziet? Als je tot diep in je botten beseft: jouw...