Waarom het zo eng is weet ik niet. Maar ik doe er soms uren, en laten we eerlijk zijn: ik doe er soms dagen over voordat ik ga zitten, mijn lichtblauwe moleskine dagboek met vlekken erbij pak en ga schrijven.

 

Ik begin altijd hetzelfde: ik schrijf de datum op, zet een lijn erom heen ter afbakening en ik schrijf Lief dagboek,

Gewoon omdat ik denk dat het zo hoort en omdat het iets schattigs heeft. Iets onschuldigs als een nieuwsgierig en speels lammetje dat nog niet de traagheid van een volwassen, grasetend schaap heeft gekregen dat maar één doel heeft: niet op mijn rug liggen. Ik herhaal: niet op mijn rug liggen. Het schattige in ons dat helemaal niet denkt aan sterven en aan gevaar. Maar gewoon is.

 

Ik heb dat lief dagboek in het begin nodig, want wat er daarna uit me komt is eh… niet zo lief. Het is de kots van de materie uit de donkere benedenlagen van mijn zijn. Glibberige wormen, dode vliegen die zichzelf in de aarde begraven hebben, wezens waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, puinafval met scherpe randjes. Ik kom van alles tegen en het verdient geen schoonheidsprijs. Omdat ik niet beter weet schrijf ik alles op wat ik wél weet over mezelf in het moment. Over hoe, excuse my french, kut, ik me voel. Hoe leeg. Hoe zinloos ik het leven vind. Hoe ik het háát dat dit waarschijnlijk onze laatste jaren als mensen, en dieren en planten, op aarde is. Hoe immens verdrietig dat me maakt. Hoe ik de strijd in mezelf voel om voor mooie, makkelijke, goedkope fast fashion te gaan of voor eenvoudig, maar duurzame kleding. Hoe moeilijk ik het vind om niet te dromen over biefstukjes, knakworstjes en hamburgers, maar bij de hamburgertent laatst voor de oesterzwammenburger ging. (Ik had er gelukkig absoluut geen spijt van. Wie had gedacht dat zuurkool en zo’n oesterzwam zo goed samen gaan?)  Dat ik zo graag ook een cheap ticket naar de zon had gekocht voor mijn vakantie deze week, zoals mijn schoonfamilie die foto’s in t-shirt in onze groepsapp deelt, maar in de plaats daarvan naar een hotel ga aan de zee in Nederland.
Naast dat meer gearrangeerde gedachtenwerk, gaat het óók over het kleine in mijn leven. Dat ik mijn geliefde zo irritant vindt: “Waarom geeft hij helemaal niets om ons huis?!” “Waarom laat hij me stikken in de storm Eunice en dat ik in mijn eentje in de wind onze vlinderstruik heb moeten vastbinden zodat ze niet uit de aarde vloog? Betekent dit dat hij een slechte vader gaat zijn op een dag? Is dit een teken dat ik eigenlijk met een andere man samen moet zijn?

(Stiekem vond ik het vastbinden van die struik maar wat leuk. Ik schreeuwde: “You’re not going to die today! Not on my watch!” tegen de vlinderstruik en voelde me de stoerste vrouw van de wereld. Een Nederlandse vrouw die in haar eentje hollywood films ensceneert. Ahum. En daarna haar vader belt om te vragen of ze het goed heeft gedaan. Ahum.)

 

En dan gebeurt er iets. Ik ben uitgeluld. Ik weet van mensen die ik begeleid dat ze wel eens zeggen dat ze niet uitgeluld raken op papier, maar ik stop op een gegeven moment omdat ik denk: ja, ik kan nog wel meer eraan toevoegen, maar alles is wel zo’n beetje gezegd. Dan is het ‘adding more drama to the drama’. En dan maak ik een tekeningetje waarin ik mezelf in de miserie van het leven teken. Ik moet kort glimlachen om wat ik maak, waarin het innerlijke lammetje zijn kopje door de natte aarde wist te drukken.

 

Ik sla het dagboek dicht, zucht eens diep en kijk om me heen om te zien wat ik nu ga doen. Eerlijk: ik voel me iets beter dan voordat ik begon met schrijven. En ik weet ook dat ik niet alles wat ik heb opgeschreven serieus hoef te nemen, maar dat het maar ‘bange gedachten’ zijn. Ik loop naar de spiegel en kijk naar mezelf. “Anne, ik beloof je één ding,” zeg ik tegen de iets ouder wordende vrouw die naar me terugkijkt, “wat je ook voelt, wat er ook door je heen gaat, ik hou van je. En ik weet dat je dit niet wilt horen. Dat je dat stom vindt als ik dat zeg. Maar ik hou van je. En het boeit me geen ene moer dat jij me niet gelooft als ik het zeg. Ik hou van je. Tot het einde der dagen, hou ik van je.” Ik moet denken aan die keer dat een vriend van mijn vriend me midden in de nacht opbelde, high van de xtc, en precies hetzelfde tegen me zei. Ineens zie ik daar een grotere glimlach rond de mond van de vrouw verschijnen die niet langer in haar sombere rol kan blijven.

 

We maken allemaal moeilijke dingen in ons leven mee. Ieder mens ontkomt er niet aan om de pijn in het leven meerdere malen tegen te komen. Er is één iemand op deze momenten die, dat wat we tegenkomen, net iets moeilijker maakt en die persoon is wijzelf. Wij zijn degenen die het lelijkst over onszelf praten als we iets moeilijks tegenkomen. Wij zijn het die onszelf uitschelden, geloven dat we het niet (aan)kunnen, onszelf hypocriet, schijnheilig, een grote trut, een zielig figuur vinden. Dit gebeurt gewoon… Ik heb er allerlei theorieën over waarom we zo lelijk tegen onszelf praten, maar het punt is: we doen het én we zijn het verplicht aan onszelf om er alles aan te doen om er voor onszelf te zijn. Hoewel zelfontwikkeling mijn werk en mijn leven is, vind ik het iedere keer weer lastig om ervoor te gaan zitten en met mezelf in gesprek te gaan. De drempel wordt door de jaren heen iets lager, maar er zijn genoeg momenten waarop de drempel even hoog is als in het begin van dit avontuur. Als ik met mezelf in gesprek ga, schrijf ik wat, teken ik in mijn dagboek, doe ik af en toe de bullshitoefening (als ik eraan denk), het praktiseer je eigenwijsheid spel, een RAIN meditatie van Tara Brach, ho’onoponopono, zelfcompassie van Kristin Neff, of the Work van Byron Katie of, of, of… Ik heb genoeg methodes. Veel ook zelfbedacht die ik dan weer doorgeef aan de mensen die hier komen. Echter, naast dat het goed is om deze hulpmiddelen te hebben, en naast dat ik mezelf een rijk persoon prijs dat ik die middelen überhaupt heb, is het de tijd vóór het gaan zitten de moeilijkste tijd.

Ik ben voor iets bang. Iets waarvan ik niet eens weet wat het is. Maar ik kan het niet veroorloven toe te blijven geven aan die angst iedere keer. Vroeg of laat moet ik mijn eigen lichaam oppakken en mijn kont neerzetten waar ik wil dat het is. Oftewel, Steven Pressfield citerend “Put your ass where your heart wants to be” (een verschrikkelijke, foute godvrezende vent die ooit best een prima, maar ook blegh boekje heeft geschreven over creativiteit. Alleen dit citaat heb ik eraan overgehouden.) 

Ik heb geleerd in mijn leven dat ik geregeld met mezelf moet gaan zitten om mezelf te horen praten, want anders schiet ik in vernietigend onbewust gedrag in de vorm van verslavingen, het kwetsen van mijn dierbaren en van mensen die ik niet eens ken. Mijn bitch face is echt, en vernietigend.

Ik ben dat gaan zitten met mezelf op een gegeven moment ‘met mezelf voor het eerst op date gaan’ gaan noemen. Omdat het steeds weer voelt alsof ik met een vreemde ga drinken en ik zenuwachtig en afwachtend ben naar hoe die persoon zal zijn. Ons Zelf is een mysterie. Maar het is geen boeman. Het wacht op ons, geduldig, op het moment dat we weer de moed hebben verzameld om te gaan zitten en met dat Zelf in gesprek te gaan. Uit ervaring kan ik zeggen dat het er niet om gaat wat we in het moment op papier zetten, maar dat het gaat om het ons ‘ietsje lichter voelen’ aan het eind van de date. Waarna daarna het Zelf tot ons kan spreken in de tijd die erop volgt.

Zoals ik afgelopen week tegen iemand in een sessie zei over dit heilige werk dat we mogen doen met onszelf: “We mogen in dit werk naar ons Zelf toelopen. We zullen het echter niet bereiken, want het Zelf komt op haar tempo daarna weer naar ons toe. Als wij laten zien dat we het willen, zal het Zelf uit haar schulp kruipen en de vingertoppen van onze uitgestrekte hand beetpakken en haar goddelijkheid door ons heel laten stromen.” (Ik was in het echt iets minder poëtisch.) 

Met onszelf gaan zitten zijn we verleerd in tijd. We zijn altijd alleen maar met anderen bezig, zelfs in onze pauzes bekijken we onze social media feed naar wat anderen posten. Het lijkt wel alsof we massaal bang voor ons zelf zijn geworden. Om gewoon met onszelf te zitten, te niksen, te schrijven, onszelf vragen te stellen, stil te staan bij wie we in het moment zijn. Maar het is zo belangrijk. Echt. Als we het niet doen en onderhuids een grote hekel blijven hebben aan ons zelf, als we niet tegen onszelf in de spiegel kunnen zeggen: “ik beloof je één ding, ik blijf voor altijd van je houden,” dan blijven we rennen naar valse beloften van liefde en valse beloften van succes. Maar zullen we nooit de vervulling vinden van waar we werkelijk naar opzoek zijn.

Dus, wie doet er vandaag, of morgen, of overmorgen, of wanneer jij er aan toe bent, mee?
Om een keertje in de spiegel te kijken en zeggen dat je er alles aan zal doen om de jou, die achter die mooie blauwe, bruine, groene kijkers van je zit, te leren kennen? Steeds weer opnieuw? Ik beloof je, hij/zij/hen is niet zo eng. In ons allemaal zit een heel lief, schattig lammetje verscholen met een heleboel wijsheid. 

Van mijn hart, naar het jouwe,
Anne

Verliefd op een collega

Verliefd op een collega

Van alle mensen die vanaf 2016 in mijn praktijk komen, komt ongeveer 60% met een belangrijke vraag over het verlangen naar een dierbare collega. In mijn nieuwste podcastaflevering vertel ik over wat ik leerde over het diepere verhaal achter het verlangen naar iemand...

Omgaan met paniek

Omgaan met paniek

Ze praat snel. Ik hoor de paniek in haar stem via de speaker van mijn telefoon die op luidspreker staat. Met mijn ogen gesloten leun ik achterover in mijn stoel terwijl ik naar haar spraakwaterval luister. Ik ben opgehouden dingen te noteren in mijn notitieboekje....

De grootsheid in jou

De grootsheid in jou

Hoezeer we ook met onszelf in de knoop kunnen zitten Hoe lelijk we naar onszelf kunnen praten  Hoezeer we de hoop op een goede toekomst ook opgegeven kunnen hebben en totaal geen perspectief meer zien Hoe donker het innerlijk nu kan zijn op momenten Hoe fel het...

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

artwork van Brian Kershisnik Met hangende schouders staar ik naar het door mij eerder volgekladde papiertje met alle dingen die ik van mezelf nog moet doen. Ik heb nog twee weken, denk ik bij mezelf, voordat de coachingspraktijk weer opengaat. Voor die tijd moet het...

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Met een zwaar gemoed slenter ik door de stad. Ik had het voornemen om in de bibliotheek door tijdschriften te bladeren waarin ik zou kunnen staan met het werk dat ik doe. Ik weet niet of je ooit die advertentie gezien hebt voor de cursus: ‘How to be a magazine...

Gaan voor wat ik wil

Gaan voor wat ik wil

Iedere dag kijk ik ongeduldig uit mijn raam of mijn tulpen al groeien. En nee, dat is geen codetaal voor iets schunnigs. Ik plantte daadwerkelijk een paar bollen vorige herfst, langs het pad waar mijn coachees naar de voordeur wandelen. Ik stelde een koninklijk entree...