Iedere dag kijk ik ongeduldig uit mijn raam of mijn tulpen al groeien. En nee, dat is geen codetaal voor iets schunnigs. Ik plantte daadwerkelijk een paar bollen vorige herfst, langs het pad waar mijn coachees naar de voordeur wandelen. Ik stelde een koninklijk entree voor hen voor, waardoor ze in dit voorjaar met een glimlach op mijn voordeurbel zouden drukken en voor een paar tellen al hun grote levensvragen vergeten zouden zijn.

Maar het enige dat in de afgelopen week in mijn tuin gebeurd is, is dat er groene bladeren uit de aarde gekropen zijn op de plekken waar ik de bollen plantte. Oh, en onkruid. Heel veel onkruid. En madeliefjes en gele krokusjes, die zijn dan wel weer leuk.

Aan de overkant van onze straat daarentegen, staat in een strook gras een bos paarse tulpen. Ze staan bij niemand in de tuin, ze staan enkel en alleen mooi voor zichzelf te wezen in een veldje waar ook met gemak een hondendrolletje zou kunnen liggen.

Je kunt je misschien wel voorstellen dat ik compleet verontwaardigd was toen ik het zag.

Waarom bloeien die tulpen wel, maar de mijne niet? Hoe durven ze!

Ik hoefde niet lang na te denken om de reden te zien:
de overkant stond vorige week alle dagen in de glorieuze, baarmoederlijke warmte van de zon. Daar voelden ze zich veilig genoeg om hun kwetsbare gezichtjes aan de mensen en de bijtjes te tonen. Mijn voortuin daarentegen is zo goed als de hele dag bedekt met schaduw. Iets wat er vorig jaar ook al voor zorgde dat een aantal planten stierven aan gebrek van te weinig zonlicht. (Mogen ze in vrede rusten.)

Als ik nu iedere ochtend bij wakker worden naar het raam toeloop, zoals we in de wintemaanden kunnen doen bij de verwachting van sneeuw (ahum, of eind maart/begin april?), en hoop dat de bladeren in de nacht een knop hebben gevormd, maar weer in een teleurstelling val door wat ik zie, herinnert dit beeld me ook aan iets anders in mijn leven.

Ik kan het niet laten me af te vragen wat in mijn leven alle licht en warmte verdient, maar wat ik, steeds weer opnieuw, slechts een schraal plaatsje in de schaduw geef. Waar met geluk aan het einde van de dag een laatste straaltje zon komt.

  • Wat zet ik herhaaldelijk in de schaduw van mijn leven, maar verlangt ernaar te bloeien?
  • Wat schuif ik steeds weer opzij, waarvan ik meen dat het niet belangrijk is, of mezelf wijsmaak dat het er de juiste tijd niet voor is?
  • Wat misinterpreteer ik te denken dat het met weinig aandacht ook wel groeien kan?

Op die vraag kan ik een heleboel persoonlijke antwoorden geven.

Maar een terugkomend antwoord is: mijn schrijfwerk.

Sinds anderhalf jaar schrijf ik aan mijn boek Ziek van verlangen, het staat vol persoonlijke ervaringen en enkele coachee ervaringen. Op sommige dagen meen ik dat het een prachtig boek wordt en op andere dagen krimp ik ineen door een zelfafgrijzen en word ik verteerd door de angst dat niemand, maar dan ook echt niemand, het ooit zal lezen. (Of een variant op deze gedachte: Mensen zullen medelijden met me hebben omdat het zo slecht is!)

Desalniettemin hou ik van schrijven.

Ik hou zelfs zoveel van schrijven en ik heb zelfs zoveel te vertellen, dat ik eigenlijk alle dagen van de week zou kunnen schrijven en dolgraag al mijn inzichten, groot en klein, met je zou willen delen.

Maar ik houd mezelf tegen, op allerlei manieren.

Eerst mijn boek, denk ik dan. En wat er aan tijd in de week overblijft, gebruik ik om af en toe in een brief naar jou te schrijven of zet ik in een instagrampost.

Om mezelf echt vrij te laten in mijn schrijven, zal ik wat zaken moeten gaan veranderen in mijn leven.

Veel van mijn tijd gaat bijvoorbeeld naar het huishouden onderhouden. Dat staat dus wel al heel lang in de figuurlijke zon.
Mijn partnerlief heeft, tot afgelopen maandag, nog nooit onze badkamer bijvoorbeeld schoongemaakt. Ja… Je leest het goed. Dit was zijn eerste keer. Tot zover de emancipatie waar we beiden zo’n voorstander van zijn. Ook de wc’s doet hij niet echt. Evenmin de keuken. En… Wat nog meer? En waarom? Omdat ik het hem niet laat doen.

Het schoonmaken is een aardse, fijne bezigheid voor me, maar ik zie wel dat ik het vaak vóór de dingen zet die ik werkelijk belangrijk vind. Zo had ik laatst een half uurtje voor mezelf, tussen alle drukte door, waarin ik het liefst even op de bank wilde liggen, maar wat deed ik? De afwas. De fucking afwas. Ik vond mezelf ongelooflijk! Wat een slaaf ben ik aan mijn eigen gedachten dat ik de enige ben die dit huis verzorgen moet én dat het altijd opgeruimd moet zijn.

Maar sinds deze week, en dankzij het inzicht met die tulpen, zie ik dat ik mijn vriend meer moet vragen mee te helpen. Ik maakte mezelf altijd wijs dat hij ‘andere kwaliteiten’ heeft en een andere inbreng heeft, maar ik ben er klaar mee me daarachter te verschuilen. Ik kan dit huishouden niet alleen. Ik wil niet langer dit huishouden in de volle zon zetten en mijn eigen verlangen om verhalen met jou te delen steeds weer te parkeren in dat droge, dorre, levenloze plekje in de schaduw.

Om tot deze beweging te komen, gaat trouwens veel meer vooraf dan wat ik hier ooit in één simpele brief kan schrijven. Eén voorbeeld is dat ik me al jaren iedere week erger aan de rondslingerende sokken en onderbroeken van mijn partner. (En heus, geloof me, zo’n beest is het niet.) Bij iedere rondslingerende sok van zijn kant, herhaalde ik de mantra: “Ik erger me, omdat ik hier eigenlijk ook naar verlang. Ook ik wil, net als hij, andere zaken op één zetten. Als ik me erger, betekent het eigenlijk dat ik nu mag stoppen met opruimen en iets mag gaan doen wat ík wil. (Thank you the work van Byron Katie.)

Meer daarover een andere keer.

Er moest ook iets anders veranderen om mezelf van het muurbloempje, naar het grasveld te trekken.

Ik krijg soms mails van mensen, als reactie op mijn liefdesbrieven, die reactief en kwetsend zijn. Vaak als reactie op de brieven waarvan ik wist dat ik aan het spelen ben met een grens in mezelf. Ik blijf mijn eigen rol als denker en maker altijd bijschaven en ik blijf altijd groeien, maar sinds een irritante brief van twee weken geleden besloot ik dat ik dit niet meer wil zo. Niet al mijn werk zal daarom binnenkort meer openbaar en gemakkelijk toegankelijk zijn. Ik wil de drempel verhogen om mezelf te beschermen voor mensen die niet eens hun best willen doen mijn werk te begrijpen. Daarom zal ik binnenkort overstappen naar een andere nieuwsbriefmethode waarin je je kunt abonneren op mijn gehele content, of slechts een deel van mijn (gratis) aanbod. Het idee om een ziek van verlangen mailingslist te maken, vervalt daarmee ook. Je zal vanaf binnenkort daar veel helpende blogs en podcasts kunnen luisteren om jezelf te ondersteunen in dit proces.

Deze besluiten hebben mijn hart doen zingen.

Het voelt alsof ik weer uit mijn eigen winterslaap ontwaak en mijn creatieve hart eindelijk geef wat het nodig heeft.

Minder schoonmaken, meer van mijn partner vragen zodat ík er beter uitkom – zonder voor hem te moeten zorgen (pf… een enorme uitdaging voor een vrouw), meer accepteren dat het huis soms gewoon vies en onopgeruimd zal zijn, een nieuwe gesloten wereld op internet waar je het achterste gedeelte van mijn tong zal lezen over the deep feminine en ziek van verlangen – alleen als je een kleine bijdrage ervoor over hebt per maand, voor zij die al jaren en/of met heel veel plezier mijn brieven lezen,
dit alles:
geeft me mijn vrijheid weer terug.

Alles in mij is gelukkig met deze keuzes, ook al weet ik dat het pas het begin zal zijn. Daar hoop ik binnenkort meer over te vertellen. Want eenvoudig, is het absoluut niet.

Dus, lieve jij, wat denk je d’r van als je dit allemaal leest?

Wat heb jij nodig om te bloeien?
Wat mag sterven,
wat mag veranderen,
wat mag je opgeven, 
zodat jij weer een kans krijgt om te leven?

 

Deze blog verzond ik via de mail naar mensen die zich gratis hebben ingeschreven op mijn Liefdesbrieven. Inmiddels ben ik verhuisd naar een nieuw platform: klik hier om je te abonneren op de mailing als er een nieuwe blog is. Voor een klein bedrag lees je blogs en luister je audio fragmenten die nergens anders te vinden zijn.  Maar ook gratis zijn er vele blogs beschikbaar.

Verliefd op een collega

Verliefd op een collega

Van alle mensen die vanaf 2016 in mijn praktijk komen, komt ongeveer 60% met een belangrijke vraag over het verlangen naar een dierbare collega. In mijn nieuwste podcastaflevering vertel ik over wat ik leerde over het diepere verhaal achter het verlangen naar iemand...

Omgaan met paniek

Omgaan met paniek

Ze praat snel. Ik hoor de paniek in haar stem via de speaker van mijn telefoon die op luidspreker staat. Met mijn ogen gesloten leun ik achterover in mijn stoel terwijl ik naar haar spraakwaterval luister. Ik ben opgehouden dingen te noteren in mijn notitieboekje....

De grootsheid in jou

De grootsheid in jou

Hoezeer we ook met onszelf in de knoop kunnen zitten Hoe lelijk we naar onszelf kunnen praten  Hoezeer we de hoop op een goede toekomst ook opgegeven kunnen hebben en totaal geen perspectief meer zien Hoe donker het innerlijk nu kan zijn op momenten Hoe fel het...

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

artwork van Brian Kershisnik Met hangende schouders staar ik naar het door mij eerder volgekladde papiertje met alle dingen die ik van mezelf nog moet doen. Ik heb nog twee weken, denk ik bij mezelf, voordat de coachingspraktijk weer opengaat. Voor die tijd moet het...

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Met een zwaar gemoed slenter ik door de stad. Ik had het voornemen om in de bibliotheek door tijdschriften te bladeren waarin ik zou kunnen staan met het werk dat ik doe. Ik weet niet of je ooit die advertentie gezien hebt voor de cursus: ‘How to be a magazine...