Mijn zomerjurkjes zijn gestreken en mijn mascara zit er keurig op. Ik ben schoon, geschoren en mijn ochtendadem is dankzij de tandpasta verdwenen. Op mijn rekening staat precies voldoende, het huis is opgeruimd, ik kus mijn vriendje op zijn hoofd tussen thuis-werken en klusjes-doen door. Mijn buurvrouw zeg ik goededag. Ik lach regelmatig naar haar, ook als het helemaal niet zo grappig is wat we zeggen. 
 
Mijn werk gaat goed, ik mag leuke coachees begeleiden en ik ben eindelijk in een goede flow om het boek over Ziek van verlangenzijn  te schrijven. Tussen mijn lief en ik stroomt de liefde, we lachen veel samen en we proberen al pratende en voelende onze plek te vinden in wat er nu gebeurt in de wereld.

Dag in, dag uit probeer ik alles in mijn leven goed te ordenen. Stof wordt weggezogen, aarde onder mijn voeten wordt schoongeborsteld. 

Alles lijkt in orde.
Ondertussen leeft in mij het Beest.

HET BEEST

Het beest dat een knappe man bij de groenten ziet staan in de supermarkt en seks met hem wil. Het beest dat op enkele momenten mijn vriend wil slaan als hij iets doet dat het bloed onder mijn nagels vandaan haalt. Het beest dat niet vriendelijk wil glimlachen, maar wil schreeuwen naar haar buurvrouw omdat ze zo’n verschrikkelijke, bemoeizuchtige vrouw is die altijd iets te zeuren heeft over onze tuin. Het beest dat honden- en mensenpoep tegen het huis van de overburen wil gooien omdat ze het zoveelste fuck-corona-feestje houden en ze met hun lawaai de buurt terroriseren. Het beest dat geen zin heeft om begrip te tonen. Naar niemand niet. Het beest dat egoïstisch in een hoekje alleen de chocolade puntjes van cornetto ijsjes wil eten.
 
Het beest in mij wil ruïneren.
 
Het wil de weggestopte, genadeloze mening in mij en de verwoestende kracht vrijlaten en zién wat er gebeurt. Het wil niet werken naar de toekomst die ik voor mezelf heb bedacht: het wil ongetemd vrij zijn. Het veracht mijn zucht naar controle. Het spuugt op mijn dagelijkse, spirituele- én politieke-correctheid. Het waagt zich aan het verbodene.

Het beest in mij heeft mij genadeloos lief.

Het heeft alles lief wat oncontroleerbaar en puur door me heen leeft. Het is zonder oordeel. Het gunt mij een leven vol avontuur, erotische hartstochtelijkheid, ongebonden enthousiasme en de magische, wilde ontdekkingen van het leven.

Ze is Ronja de roversdochter, Pippi Langkous; het kleine meisje in mij in een volwassen vrouwenlichaam dat nooit verteld is dat wild-zijn niet lady-like is. En dat het vrouwelijk talent om begripvol te zijn vaak voor een vrouw betekent dat de kans groot is dat ze te ver over haar eigen grenzen gaat. Het is het deel in mij dat heel goed doorheeft dat je beter even van je af kan bijten naar mensen die je niet respecteren, dan je eigen waarheid te verloochenen.

Het is het deel in mij dat gelooft in rebellie.
En in dat te vieren wat goed is. 

Het is het deel in mij dat bij het zien van een prachtige boom zich niet inhoudt, maar van wortel tot kruin in prijzen de schors met haar ogen en handen besnuffelt.

Het is het deel dat onvoorwaardelijk van mijn naakte lichaam houdt. Ook de hangtietjes. Ook het buikje. Ook de cellulitis. Ook de striae.

Dat onvoorwaardelijk van mijn creatieve impulsen houdt en zich niéts, maar dan ook echt niéts aantrekt van de meningen van anderen.

Huilen als een wolf

Het is het deel in mij dat toestaat dieper te voelen. Om te huilen als een wolf. Mij schreeuwend van de pijn over de grond laat kruipen om alle verliezen die ik heb geleden en de angst en het weten voor alle verliezen die ik, én de wereld, nog gaan lijden. Het deel dat haar tranen vrij laat stromen bij het waarnemen van de pijn, de woede, het majestueuze, globale protest tegen zieke systemen en misselijkmakend onrecht dat in onze wereld plaatsvindt. Bij het feit dat George Floyd naar zijn moeder riep bij zijn laatste adem. 

“It is our pain for the world. No one is exempt from that pain,
any more than one could exist alone and self-existent in empty space.
(…) We are not closed off from the world, but rather are integral components of it, like cells in a larger body.” 
– Joanna Macy, Actieve Hoop

Het deel in mij dat ook wil schreeuwen dat de ongelijkheid tussen de kleurtjes van onze huid zo AFSCHUWELIJK IS en mee wilt demonstreren.

Maar het is ook het deel in mij dat verder niets dieps of zinnigs erover heeft te zeggen omdat het met de staart tussen de benen wil wegkruipen in haar eigen gegraven holletje.

En ja, ik weet dat ik tegenstrijdig ben, maar dat is wat het beest is.

Ze leeft voorbij wat we snappen.
Voorbij wat hoort.
Voorbij fatsoen, degelijkheid, beleefdheid.
Voorbij veiligheid. 

Het Beest gaat álle kanten op.

“Christ isn’t showing up to see our perfect selves. Instead, we are invited into a real, deep, transformative conversation, there on the threshold between who we are and who we can become, if we are willing to let go of what holds us back.”

– Richard Rohr

Het Beest in mij vergeeft mij als ik weer eens, ’s avonds laat, als mijn vriend weg is, terugdenk aan de Amerikaan in 2018 die mijn hart stal. Het is het deel in mij dat, tegelijkertijd, onvoorwaardelijk veel van mijn vriend houdt. Het deel dat de liefde ziet zoals het is. Zonder de wanhopige pogingen om er een logica in te ontdekken.

Het is het vertrouwen in mij, dat ook al loopt mijn vriend ooit van me weg en sterven alle kinderen die ik ooit met hem zal baren, dat er nog steeds een leven voor me is. Want het beest, trekt me er door heen. Haar liefde voor mij, zal me redden.

Zij is het meest ware, ongecensureerde deel in mij dat mij echt maakt. 

Zij is het die nu in deze situatie op de wereld zegt: stop en voel. Laat je raken. “Negeer niet uit gemak de pijn, want zo riskeer je apathie” (vrij geciteerd naar Joanna Macy). Uit jezelf bij mensen die je woorden veilig kunnen ontvangen en voel hoe tijdens het spreken het hart meer en meer opent.

Hoe er op een onverwacht moment, tijdens het spreken, tranen in je opkomen en je ze eigenlijk wil wegstoppen. Want: je snapt niet waarom die tranen komen. Want: het is stom om te huilen. Want: Ik wil niet dat alle aandacht naar mij gaat.

Maar het beest zegt: “Huil, jammer, uit je. Zonder ook maar iets te snappen. Dit is de enige, echte weg.

Als je het niet doet, neem ik het op een dag helemaal over,” dreigt het beest.

Het Beest is geen spiritueel verzinsel. Het Beest is levensecht en verslindt vroeg of laat ons perfecte, geordende leventje zodat wie we écht zijn, naar adem kan happen.

“Als jij me blijft negeren, zal ik ooit, op een moment dat het totaal niet uitkomt, ontsnappen uit mijn kooi en rijt ik uit honger en manie, alles en iedereen open. Dan eet ik eerst alles op wat ik binnen kan vinden: dromen, verlangens, levensvreugde. En daarna, als er niets meer over is, vreet ik mijn weg naar buiten: naar de wereld waarin je leeft, de mensen van wie je houdt, het werk en het huis dat je veilig houdt en onschuldige mensen. Ik kan het beste zijn dat je ooit is overkomen of het allerergste dat deze aarde moet aanzien.”
 

” Rebellion, if given proper reverence, is the necessary confrontation with society that ensures our sustainability. Just as any relationship must allow for the tension of conflict to deepen our intimacy, so must people be invited to contribute their disagreements to our shared aliveness.

(…) 

The world needs your rebellion and the true song of your exile. In what has been banned from your life, you find a medicine to heal all that has been kept from our world. ” 

– Toko-Pa Turner (boek: Belonging

De laatste dagen denk ik veel aan het Beest in mij (en in ons) en zie ik hoe ik persoonlijk haar al jaren in de kelder van mijn bewustzijn heb gestopt.

Ik wil dit niet meer. 

Ik wil het beest aan de riem leggen en af en toe in het hondenveldje laten rondrennen. En als de boswachter niet kijkt, laat ik haar vrij op de heide.

Ze mag voor mij en iedereen die, of wat, ik liefheb vechten.
 
Afgelopen woensdag liet ik het Beest een klein beetje vrij.

Ik lag in het water van een groot meer in Midden-Limburg, en mijn vriend wilde naar me toe zwemmen. Ik deed iets, wat ik al jaren niet meer had gedaan. “Kom nog maar even niet naar me toe,” riep ik naar hem en ik begon harder dan ik in tijden heb gelachen, te gieren en te brullen: “Ik ben iets vies aan het doen!” riep ik schuldbewust. “Ik ben aan het plassen..!”
De warme plas stroomde er vrolijk uit.

Ik genoot.

Voor een paar tellen mocht ik Anne zijn,
gewoon Anne zijn.
Anne die plast, Anne die lacht, Anne die niets meer geeft om fatsoen, en alleen maar één ding wil: vrij zijn.

Zoals álle mensen, dieren en planten hier op aarde. 

Liefs,
Anne

Zelfvergeving na een fout

Zelfvergeving na een fout

Hoe vergeef je jezelf als je iemand van wie je heel veel houdt, pijn hebt gedaan? Hoe zak je niet weg in het moeras van zelfafwijzing of zelfs zelfhaat, om wat je gedaan hebt, als je het betraande gezicht van de ander ziet? Als je tot diep in je botten beseft: jouw...

Verliefd op een collega

Verliefd op een collega

Van alle mensen die vanaf 2016 in mijn praktijk komen, komt ongeveer 60% met een belangrijke vraag over het verlangen naar een dierbare collega. In mijn nieuwste podcastaflevering vertel ik over wat ik leerde over het diepere verhaal achter het verlangen naar iemand...

Omgaan met paniek

Omgaan met paniek

Ze praat snel. Ik hoor de paniek in haar stem via de speaker van mijn telefoon die op luidspreker staat. Met mijn ogen gesloten leun ik achterover in mijn stoel terwijl ik naar haar spraakwaterval luister. Ik ben opgehouden dingen te noteren in mijn notitieboekje....

De grootsheid in jou

De grootsheid in jou

Hoezeer we ook met onszelf in de knoop kunnen zitten Hoe lelijk we naar onszelf kunnen praten  Hoezeer we de hoop op een goede toekomst ook opgegeven kunnen hebben en totaal geen perspectief meer zien Hoe donker het innerlijk nu kan zijn op momenten Hoe fel het...

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

Eenzaamheid vermomt zich in vele jasjes

artwork van Brian Kershisnik Met hangende schouders staar ik naar het door mij eerder volgekladde papiertje met alle dingen die ik van mezelf nog moet doen. Ik heb nog twee weken, denk ik bij mezelf, voordat de coachingspraktijk weer opengaat. Voor die tijd moet het...

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Als mensen niet doen wat je wilt dat ze doen

Met een zwaar gemoed slenter ik door de stad. Ik had het voornemen om in de bibliotheek door tijdschriften te bladeren waarin ik zou kunnen staan met het werk dat ik doe. Ik weet niet of je ooit die advertentie gezien hebt voor de cursus: ‘How to be a magazine...

Gaan voor wat ik wil

Gaan voor wat ik wil

Iedere dag kijk ik ongeduldig uit mijn raam of mijn tulpen al groeien. En nee, dat is geen codetaal voor iets schunnigs. Ik plantte daadwerkelijk een paar bollen vorige herfst, langs het pad waar mijn coachees naar de voordeur wandelen. Ik stelde een koninklijk entree...

Jezelf dragen

Jezelf dragen

Waarom het zo eng is weet ik niet. Maar ik doe er soms uren, en laten we eerlijk zijn: ik doe er soms dagen over voordat ik ga zitten, mijn lichtblauwe moleskine dagboek met vlekken erbij pak en ga schrijven.   Ik begin altijd hetzelfde: ik schrijf de datum op, zet...

Het riskeren van vreugde

Het riskeren van vreugde

We hebben allemaal een wond van binnen die eens in de zoveel tijd flink begint te etteren. (Excuses voor het beeld.) Twijfel je of jij dit hebt? Dan wil ik aan je vragen: wanneer was de laatste keer dat jij iets te fel reageerde op een geliefde of een collega? (Ik...

Zij die het krachtigst zijn

Zij die het krachtigst zijn

Zij die het krachtigst zijn hebben het minst energie.Zij die het krachtigst zijn verontschuldigen zich het meest.Zij die het krachtigst zijn houden (te) vaak hun mond gesloten, zo vaak dat ze voor anderen zelfs dom of simpel kunnen overkomen.Zij die...